Ze zijn zo fier meneer. Mijn ouders. Groot-ouders in spe. Al is het ooit en nog niet zo lang geleden wel anders geweest. Ik herinner me nog perfect de dag dat ik hen het blijde nieuws verteld heb. Een dag die ik zo snel mogelijk achter de rug wilde hebben én tegelijk ook zo lang mogelijk wilde uitstellen. Dat lijkt vreemd, maar niet als je mijn ouders kent. En ik ken ze nogal goed. Zo beangstigend goed zelfs dat het scenario van de onthulling én de daaropvolgende reacties van vader en moeder vijf minuten na de positieve zwangerschapstest al gedetailleerd in mijn hoofd zat. En het moet gezegd, alle acteurs hebben zich werkelijk voorbeeldig aan dat script gehouden.
Mama kookt een lekkere maaltijd. Ik krijg geen hap door mijn keel. Papa is nieuwsgierig naar onze avonturen (mijn lief en ik waren net terug van een rondreis door Namibië), ik probeer ze zo nonchalant mogelijk te briefen. En dan is het daar plots. De point of no return. Alle verhalen zijn verteld, het eten is op. Nu moet het gebeuren. “… en dan is er nog iets belangrijks dat we jullie moeten vertellen...” Ijzige stilte. “… ik ben zwanger!”. Zo mogelijk nog ijzigere stilte. “Ik wist het!”, roept mijn moeder dolgelukkig. Maar zodra ze oogcontact maakt met mijn vader, tempert ze haar enthousiasme. Niet onlogisch, want haar echtgenoot wil eigenlijk liever huilen dan lachen. “Dat meen je niet…”, zegt hij ontgoocheld en met knikkende stem. “… da’s toch veel te vroeg…”. Het is het begin van een bizarre periode. Mijn toestand wordt ongeveer een maand zo goed als doodgezwegen. Onder het motto: waar we nog niet over praten, bestaat nog niet.
Maar gelukkig zijn mama en papa ondertussen helemaal bijgedraaid. Meer nog: het lijkt zelfs alsof mijn zwangerschap nooit een issue geweest is voor hen. Ze genieten volop van alle felicitaties die ze krijgen, zijn aandoenlijk bezorgd en kijken elke keer weer vol trots naar mijn groeiende buik. En ja hoor, ook die miraculeuze ommekeer stond in het scenario.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten