maandag 26 september 2011

Looooooooove!

Soms lijkt het alsof een nummer op de radio niet voor een anonieme massa, maar speciaal voor jou gedraaid wordt. Omdat het de sublimatie is van alles wat je denkt en voelt op dat moment. Vanochtend was het nog eens zover. “I feel love” van Donna Summer werd de ether ingegooid en baande zich vervolgens een weg recht naar mijn hart. En naar mijn traanklieren. Nochtans, hoewel het gerust als een toplied geklasseerd mag worden, is het nu ook weer niet van die aard dat je er spontaan van begint te huilen. Maar ik bleit nu eenmaal voor het minste tegenwoordig. Puur van geluk. Omdat ik- sorry op voorhand voor zo veel meligheid, maar het is de waarheid- iedereen zo graag zie en iedereen mij graag ziet. Of zo lijkt het tenminste. I feel love dus. Liefde die zich toont in heel wat verschillende gedaantes. Klassiek verpakt als een kus of een knuffel. Of vermomd als een cadeau of een spaarcentje voor mijn kleine vent. Liefde ook van mensen die ik nauwelijks ken of zelfs nooit eerder ontmoet heb. Mensen die mij en ons nieuwe gezinnetje een warm hart toedragen en dat tonen met een mooie boodschap op een kaartje, een envelop met wat geld in of zoals die ene, bijzondere man uit mijn straat: met een zelfgecomponeerd, gepersonaliseerd wiegeliedje.

Tuurlijk hadden ze het niet moeten doen blabla enzoverderenzovoort, maar ze zijn wel meer dan gewoon bedankt. Want zij (én Finn natuurlijk!) maken van mij de gelukkigste vrouw ter wereld. Dat verdient nog een traantje, me dunkt.

zondag 18 september 2011

Alles wat je dus wél moet weten over de keizersnede

De pijn is verdwenen, het litteken blijft. Al wordt ook dat met de dag minder zichtbaar. Ik zal deze ruimte dus niet gebruiken om mezelf te beklagen, wel om een enorm misverstand uit de wereld te helpen. Een misverstand dat ik– zij het geheel onbewust- mee in stand gehouden heb. Lees mijn column van een paar weken geleden er maar eens op na. Vol ontgoocheling vertelde ik daarin dat mijn baby in stuit lag en dat ik onmogelijk op natuurlijke wijze zou kunnen bevallen. Vreselijk vond ik dat toen. Ik zou immers nooit weten wat een wee is, hoe het voelt om een kind uit je lijf te persen en ook het eeuwige respect van mijn lief zou mij ontzegd worden. Want bij een keizersnede voel je niks en al het werk wordt voor jou gedaan. Een luxe-bevalling met andere woorden.

Yeah right! Hoe komt het dat lotgenoten de échte waarheid over een sectio zo lang hebben kunnen verzwijgen? Waarom heeft niemand mij verteld dat je, ondanks de epidurale verdoving, ‘voelt’ dat er gesneden en vooral keihard geduwd en getrokken wordt? Alsof de dokter elk moment triomfantelijk je ingewanden in plaats van je baby uit je buikholte zal halen. Zeker als het kind, zoals bij mij, door (in dit geval compleet overbodige) weeën en ontsluiting al flink is ingedaald. Waarom bereidt niemand je voor op de confrontatie met natuurlijk bevallen vrouwen die de dag erna alweer stralend door de gang schrijden, terwijl jij nog lang niet uit je bed geraakt? Lachen, niezen, hoesten en plassen tarten je- eigenlijk niet meer bestaande- buikspieren. En elke beweging lijkt je wonde weer te gaan openrijten... Behoorlijk onaangenaam allemaal, maar ach, ook hier geldt: zodra je je kleintje in je armen houdt, denk je niet meer aan die pijn. En da’s waarschijnlijk ook meteen het antwoord op mijn prangende vragen. Moeders ‘vergeten’ simpelweg welke hel er aan hun hemel vooraf is gegaan.

zaterdag 10 september 2011

Erika IS mama

Ha, nergens beter dan thuis. Niet omdat ik daar echt mezelf kan zijn of godbetert omdat mijn Stella daar staat. Maar omdat mijn Finn daar ligt.
48 cm groot, nog geen 3 kilo dik en toch al de man van mijn leven. Het mooiste kind ter wereld ook, al heb ik- eerlijk is eerlijk- nog niet deftig kunnen vergelijken. Sinds mijn kleine man het ziekenhuis geruild heeft voor huize Schelfhout-Van Tielen, ben ik amper buiten geweest. Van verveling is evenwel geen sprake. “Time flies when you’re having fun“, dat wist ik al. “And also when you have babies”, dat heb ik bijgeleerd. Voeg die twee voorwaarden samen en je begrijpt dat ik geen flauw benul meer heb welke dag van de week het is. Wat ik zou gedaan hebben, mocht mijn kleine ventje er niet geweest zijn. En hoe mensen zonder kinderen hun dagen überhaupt gevuld krijgen.
Ik ben vanochtend opgestaan om 9u, ondertussen is het 17u ‘s middags. Dat zijn 8 volle uren oftewel een gemiddelde werkdag. Een zee van tijd zou je denken. Maar niks is minder waar. Want tussen alle voedingen, pamperwissels en troostmomenten door, ben ik er niet in geslaagd om meer te doen dan een douche te nemen en een boterham te eten. En nu probeer ik- met de kreuntjes van mijn kind en het zich altijd maar herhalende deuntje van zijn mobiel op de achtergrond- deze column tot een goed einde te brengen. Iets wat zowaar lijkt te lukken. Dat geeft moed. Net als die uitspraak van mijn gynaecologe eerder deze week, toen ik een kwartier te laat in haar praktijk arriveerde (omdat Finn net voor vertrek besloot om kaka te doen tegen de muur in plaats van in zijn pamper!). “Ach, jij bent er tenminste!”, zei ze. “Er zijn vrouwen die zo worstelen met het vinden van een nieuwe routine, dat ze hier niet eens geraken.”
(for the record: het is 19u ondertussen)