maandag 30 mei 2011

De grootouders

Ze zijn zo fier meneer. Mijn ouders. Groot-ouders in spe. Al is het ooit en nog niet zo lang geleden wel anders geweest. Ik herinner me nog perfect de dag dat ik hen het blijde nieuws verteld heb. Een dag die ik zo snel mogelijk achter de rug wilde hebben én tegelijk ook zo lang mogelijk wilde uitstellen. Dat lijkt vreemd, maar niet als je mijn ouders kent. En ik ken ze nogal goed. Zo beangstigend goed zelfs dat het scenario van de onthulling én de daaropvolgende reacties van vader en moeder vijf minuten na de positieve zwangerschapstest al gedetailleerd in mijn hoofd zat. En het moet gezegd, alle acteurs hebben zich werkelijk voorbeeldig aan dat script gehouden.

Mama kookt een lekkere maaltijd. Ik krijg geen hap door mijn keel. Papa is nieuwsgierig naar onze avonturen (mijn lief en ik waren net terug van een rondreis door Namibië), ik probeer ze zo nonchalant mogelijk te briefen. En dan is het daar plots. De point of no return. Alle verhalen zijn verteld, het eten is op. Nu moet het gebeuren. “… en dan is er nog iets belangrijks dat we jullie moeten vertellen...” Ijzige stilte. “… ik ben zwanger!”. Zo mogelijk nog ijzigere stilte. “Ik wist het!”, roept mijn moeder dolgelukkig. Maar zodra ze oogcontact maakt met mijn vader, tempert ze haar enthousiasme. Niet onlogisch, want haar echtgenoot wil eigenlijk liever huilen dan lachen. “Dat meen je niet…”, zegt hij ontgoocheld en met knikkende stem. “… da’s toch veel te vroeg…”. Het is het begin van een bizarre periode. Mijn toestand wordt ongeveer een maand zo goed als doodgezwegen. Onder het motto: waar we nog niet over praten, bestaat nog niet.

Maar gelukkig zijn mama en papa ondertussen helemaal bijgedraaid. Meer nog: het lijkt zelfs alsof mijn zwangerschap nooit een issue geweest is voor hen. Ze genieten volop van alle felicitaties die ze krijgen, zijn aandoenlijk bezorgd en kijken elke keer weer vol trots naar mijn groeiende buik. En ja hoor, ook die miraculeuze ommekeer stond in het scenario.

zondag 22 mei 2011

De papa

Eerst was hij enkel mijn lief. Nu wordt hij ook de papa van mijn kind. Wie had dat een jaar geleden kunnen denken? Een jaar geleden waren we nog niet eens samen. Straffer: hadden we elkaar nog niet eens ontmoet. Ik dacht toen, met enige zin voor overdrijving, dat ik nooit meer van straat zou geraken. Dat ik op termijn noodgedwongen een BOM zou moeten worden. En toch, ondanks die vreselijke doembeelden stond ie daar plots: de man van mijn leven. De man die alle vaagheid deed verdwijnen, alles mooi in de plooi liet vallen en ervoor zorgde dat mijn hele leven plots ‘klopte’.

Vroeger was er alleen me myself and I, nu is er alleen nog wij. Na een paar weken woonden we samen en niet veel later wisten we dat we liever vandaag dan morgen samen een kindje wilden maken. Ondertussen is die productiefase achter de rug en ben ik er zeker van dat ik helemaal klaar ben voor het vervolg. Maar hoe zit het met mijn lieve lief? Kan hij wel om met de loodzware druk op zijn schouders? En dan bedoel ik niet de door mij, maar de door de maatschappij opgelegde druk. Want willen of niet, die is er tegenwoordig meer dan ooit.

In het verleden was het allemaal zo simpel voor een man. Het vrouwtje regelde 9 maanden lang alles zelf. Pas op de dag van de waarheid moest meneer in actie schieten. Hij voerde mevrouw in een rotvaart naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, beende een paar uur zenuwachtig op en neer et voila, de voortplanting was geschied. Maar tegenwoordig is alles dus anders. Tot groot genoegen van de moeder in spe, maar misschien wel tot wanhoop van de vader in spe. De moderne, aanstaande vader moet namelijk een soort superman zijn: coach, kok, masseur, binnenhuisontwerper, butler, therapeut,… all in one. Daarnaast wordt hij verondersteld op de hoogte te zijn van de laatste medische details aangaande het kind in wording. En moet hij liefst vanal zo enorm empathisch zijn dat hij zelfs aan de andere kant van de kamer weet wanneer de baby schopt. Maar wie houdt er rekening met zijn gevoelens? Wel, ik. Als beloning mag hij vanavond een extra glaasje rode wijn drinken.

woensdag 18 mei 2011

Buiken

“Ik zal het wel doen, jij moet oppassen voor de vrucht”. ‘t Was een opmerking die bol stond van de ironie en toch zegt ze veel over hoe een zwangere vrouw bekeken wordt. Als een hulpeloos geval, een halve gehandicapte, een onzelfstandig wezen. En dan ben ik nog niet eens wanstaltig dik of opvallend gebrekkig. Ik heb voorlopig gewoon ‘een buikje’. Zoals zo veel mensen rondlopen met een buikje. Ook mannen (al gaat het daar waarschijnlijk om een iets andere inhoud). Worden die zo vaak toch voorzichtigheid aangemaand en bij het handje gehouden? Nee toch. Wel, dat hoeft bij mij ook niet. Tot nader order kan ik nog altijd perfect voor mezelf zorgen. Ik kan zelfs werken (owla!) en sporten (owla owla!). Ik heb namelijk altijd veel gesport en het is niet omdat er nu een kind in mijn buik zit dat ik daarmee ga stoppen. Het kind jogt en yoga’t gewoon rustig mee. Word ik beter van en hij/zij daar beneden in mijn baarmoeder ook. Ben ik heilig van overtuigd en de hele zwangerschapsliteratuur met mij. En toch word ik er soms op aangekeken. “Moet dit nu echt?”, zie ik de mensen denken. “Ze is zwanger en toch wil ze nog afvallen.” Ja, mooi niet. Ik heb me nog nooit uitgesloofd om gewicht te verliezen, ik sport om me goed te voelen. En op dit moment in mijn leven wil ik me meer dan ooit goed voelen. Het spijt me zeer, maar zo lang het lukt, zul je mij dus rondjes zien joggen en vreemde yogaposes zien aannemen.

Ik ben ook van plan om nog lang te blijven werken. Tot het bittere einde als het enigszins kan. Want ook met iets meer omvang kan je goeie reisreportages maken en platen op de radio aan- en afkondigen. Er zijn vrouwen die stukken zwaarder werk doen tot net voor de eerste barensweeën.

Ach, zwanger zijn en bevallen is iets van alle tijden en alle culturen. Vrouwen hebben het altijd en overal gedaan en gekund. Zelfs in de meest waanzinnige omstandigheden. En waar zijn die overbezorgde mannen op zo’n moment? Ofwel blinken ze uit door afwezigheid ofwel slaan ze het hele gebeuren als aan de grond genageld gade. Dan zouden ze beter een tourke gaan lopen of een zonnegroet brengen.

zondag 8 mei 2011

Haperende hormonen

Ik had nooit gedacht dat ik het zou zeggen, maar ik wil graag dikker worden. Waar blijft die ronde buik? Wanneer krijg ik eindelijk die enorme tieten? Ik ben halverwege mijn zwangerschap en ik zie er nog altijd min of meer hetzelfde uit als voor de bevruchting. Ik ben ook amper misselijk geweest. En ik heb geen vieze goestingskes. Ik zou mijn lief in het holst van de nacht naar de lokale Pakistaan willen sturen voor een pot augurken, een blik haring en een pak zoute drop. Maar ik word nooit wakker in die donkere uren. Niet van de misselijkheid en niet van de honger. Ik slaap als een roosje. Een roosje zonder doornen. Want ik heb ook voor geen meter last van mijn hormonen. Welke hormonen? Scheiden mijn endocriene klieren die stoffen eigenlijk wel af? Heb ik überhaupt endocriene klieren? En vooral: waarom stel ik mezelf dit soort waanzinnige vragen? Ik weet niet eens wat endocrien betekent. Ik zou gewoon zo graag misbruik maken van de situatie en de venijnige en wispelturige bitch uithangen. Of de drama-queen in mezelf naar boven halen. Maar nee, niks woede-uitbarstingen, niks onverklaarbare huilbuien. Ik ben griezelig stabiel. Een getrainde zenboeddhist zou nog jaloers op mij zijn.

Ow, en ik wil zo graag naar de zwangerschapsyoga. Kan vanaf 14 weken in theorie (ben ik dus al eeeeeeeuwen voorbij). Maar ik durf niet. De lerares zou mij toch gewoon terug naar huis sturen. Of op zijn minst een bewijs van de gyneacoloog eisen. En de andere écht zwangere vrouwen, die zouden medelijden krijgen, over mijn buik strelen en zeggen dat het allemaal wel goed komt. Dat ik juist blij moet zijn dat ik niet moddervet ben. Allemaal kilo’s die ik achteraf niet kwijt hoef te geraken. Dat mijn lief en de rest van mijn omgeving zich gelukkig mag prijzen. Hun leven wordt niet onverhoeds op zijn kop gezet door een zot, zwanger wijf. En dat dat puffen echt niet zo onoverkomelijk moeilijk is. Ik zal snel bijgebeend zijn binnen een paar weken.

Ach, de schatten, ze hebben gelijk. Ik weet het wel. En toch. Ik had stiekem gehoopt op een compleet ander lichaam en een volledig door elkaar geklutste hormoonhuishouding.. Want zwanger zijn, is je enige kans om even iemand helemaal anders te zijn, terwijl je toch nog altijd dezelfde blijft.

maandag 2 mei 2011

Zij die zonder zonden zijn...

Niet meer roken, niet meer drinken, geen junkfood meer eten… Zwanger zijn is afzien. Tenzij je ‘t gewoon bent om zonder zonden te leven. Dan kost het geen enkele moeite. Ben ik zelf (ahum) het perfecte voorbeeld van. Roken doe ik sowieso niet en gezond eten is geen opgave maar een plezier. Het enige wat ik mis is een wijntje zo af en toe. Tijdens een gezellig etentje met vrienden of op de bank met mijn lief als beloning na een zware werkdag. Al geef ik bij deze toe, dat ik mezelf bij hoge uitzondering wel eens een glaasje cava toesta. Gedurfd.

Gelukkig is seks wel nog toegelaten. Volgens de vakliteratuur zijn er twee mogelijkheden: ofwel word je extreem geil als je in verwachting bent, ofwel word je een non. Laat ons zeggen dat mijn zwangere zelf zich ergens tussen die twee uitersten positioneert. Ik heb nog wel geregeld zin in een vrijpartij. Maar even vaak is een rondje vogelen het laatste van mijn zorgen. Buik en kind daarin krijg ik trouwens, hoe opgewonden ook, nooit helemaal uit mijn hoofd. Ook mijn lief kan het niet laten om zelfs in het heetst van de strijd een domme babymop te maken. En face it, het spul waar het bij hem allemaal om draait is nu voor een hele tijd van geen enkel belang meer.

Dus kiezen wij tegenwoordig entertainmentgewijs voor andere zeden en gewoonten. Een uitgebreide massagesessie in combinatie met veel knuffelen en kussen bijvoorbeeld. Een ontspannend filmavondje met pakweg groene thee en gedroogde vruchten in de aanslag. Of een romantisch uitje naar een stomend hete… babybeurs.

Ik weet het, spectaculair is het allemaal niet. Maar dat je mij nu een onwaarschijnlijke seut vindt, kan mij hoegenaamd niks schelen. Want mijn lief hoor ik niet klagen. Die heeft bij het uitgaan altijd een bob ter beschikking en hij krijgt elke ochtend een versgeperst fruitsapje voorgeschoteld. Geef toe, daar kan toch geen orgasme tegenop?

Of draagt hij gewoon waardig zijn lot?