woensdag 24 augustus 2011

Leve mijn lijf!

Mijn lijf en ik, wij hebben onze moeilijke periodes gehad. Net als elk zichzelf respecterend koppel. Te dik, te klein, te weinig, te traag,… Er was altijd wel iets wat beter of anders kon. Maar we hebben gelukkig op tijd beseft dat we ‘t hoedanook met elkaar zullen moeten doen en dat we er dus maar beter het beste van maken. En kijk eens aan waar we nu staan, wij twee. Mijn lijf is fier op mij en ik ben fier op mijn lijf. Want dat kleine, op het eerste zicht fragiele lichaam, heeft mij de voorbije 7 maanden geen moment in de steek gelaten. Ik was in het prille begin van mijn zwangerschap weliswaar overdreven moe en af en toe licht misselijk, maar dat neem ik ‘the body’ niet kwalijk. Ik zou zelfs boos geweest zijn als ie me dat niet gelapt zou hebben. Er is al zo belachelijk weinig om over te zeuren. Niks hormonale opstootjes, niks bekkeninstabiliteit, niks kortademigheid. Enkel als ik mij moet bukken zit die buik een klein beetje in de weg. Ik kan ook niet meer alle sporten doen die ik zou willen doen. En oh ja, ik heb bij momenten een tikkeltje last van brandend maagzuur. Ach, welke hoogzwangere vrouw kan in godsnaam zeggen dat die- eigenlijk volstrekt onnoemenswaardige- kwaaltjes haar enige besognes zijn? Zonder zever, als het altijd op die manier zou kunnen, dan zit ik er totaal niet mee in om de rest van mijn leven in verwachting te zijn. Laat maar komen die bevruchtingen!

Al is er naast het fysieke aspect van een dracht ook nog het mentale natuurlijk. En dat is gek genoeg een heel ander verhaal. Hier begin ik wel zware tekenen van ‘zwangerschapsmoeheid’ te vertonen. Zo erg zelfs dat de baby er voor mijn part vandaag nog mag uitfloepen. Hoe ziet mijn kind eruit, hoe voelt het, lacht het, huilt het… Ik wil het NU weten. Noem het nieuwsgierigheid of ongeduld, maar voor mij gaat het eerder om een gezonde geest in een gezond lichaam. Kwestie van een relatiecrisis tussen mij en ‘the body’ te vermijden, hé.

Stilte voor de storm

De crèche is geboekt. Het formulier voor mijn zwangerschapsverlof is ingediend. De documenten voor het kindergeld, het kraamgeld en de kraamzorg zijn aangevraagd. Het ontwerp voor de geboortekaartjes is af. De suikerbonen zijn besteld. De geboortelijst staat online. De kinderwagen is gekocht. Mijn lief heeft het babybedje en het babypark in elkaar gevezen. En de eerste rompers en pampers liggen in de schuif. Check. Double check. Triple check zelfs! Als ik er nu niet klaar voor ben, zal ik er nooit klaar voor zijn. Of lijkt dat alleen maar zo? Ben ik toch nog iets vergeten? Heb ik misschien minder overzicht dan vroeger? Kan ik minder aan? Ben ik minder efficiënt? Feit is dat ik de voorbije weken behoorlijk stresserend vond. Zeker omdat ik alle babyvoorbereidingen moest zien te combineren met een fulltime job. En ook al zijn al die praktische beslommeringen nu proper afgewerkt, het wordt er helaas niet beter op. Het enige wat mij nu nog rest immers is wachten en werken. Of werken en wachten, zo je wil. En daar word ik dus niet bepaald rustiger van. Integendeel zelfs.

“Zoek een beetje afleiding!”, is het goedbedoelde advies dat je dan van iedereen te horen krijgt. En dat probeer ik ook, eerlijk waar. Maar wat ik ook doe: een avondje Gentse feesten, een lunch met een vriend die ik al lang niet meer gezien heb, een concertje met mijn moeder,… Ik kan me er hoegenaamd niet op concentreren. Telkens weer glijden mijn gedachten af naar datgene wat komen gaat. De bevalling in de eerste plaats en bij uitbreiding: mijn nieuwe leven met een baby. Wordt het een makkelijk kind of juist een verschrikkelijke huilbaby? Zal het mij lukken om deftig borstvoeding te geven? Ga ik kunnen functioneren met een chronisch slaaptekort? Wat zal het effect van dat kind zijn op de relatie met mijn lief? Enzoverder enzovoort. Kortom, zeg mij alstublieft snel dat ik nog vanalles vergeten te regelen ben.

zaterdag 6 augustus 2011

Tegendraads

Mijn kind heeft lak aan regels, zo veel is nu al duidelijk. Volgens het boekje zou de foetus rond deze periode namelijk mooi moeten indalen. Indalen wil zeggen dat het hoofdje in het bekken zakt, de blik gericht op de uitgang daar beneden. Maar mijn kleintje heeft besloten om precies het tegenovergestelde te doen van wat de massa doet. Het heeft zich in ‘stuit’ gelegd: poep naar beneden en de beentjes opgeklapt tot aan de oren. Een houding waar maar 3 procent van alle baby’s voor kiest. Geen probleem voor de foetus (die ligt zelfs heel erg comfortabel zo!), maar wel voor de mama. Dokters en vroedvrouwen nemen het risico immers niet meer om zo’n tegendraads kindje langs natuurlijke weg geboren te laten worden.

Dat wordt dus, tenzij de baby zich last minute nog op miraculeuze wijze draait, een keizersnede. Een ingreep die meteen alles wat ik tot nu toe gelezen heb over bevallen en hoe ermee om te gaan, reduceert tot compleet nutteloze kennis. Want ik ga nooit weeën hebben, ik zal nooit een epidurale verdoving moeten vragen en ik hoef ook nooit te kiezen tussen een thuis- of een ziekenhuisbevalling. Het enige wat ik binnenkort moet doen is een datum voor D-day vastleggen. De rest wordt voor mij gedaan. De dokter zal mijn buik openlaseren, het kind zal er uitgehaald worden en ik zal vervolgens weer netjes dichtgenaaid worden. Oké, proper, pijnloos én met een ongeblutst kind als resultaat. Allemaal voordelen. Maar wegen die wel op tegen de nadelen? Zou de beloning niet stukken groter zijn als ik eerst een zware inspanning moet leveren? En vooral: heb ik niet zowat alle moeders al horen roepen dat hun man véél meer respect heeft voor hen, sinds ze met eigen ogen gezien hebben hoe vrouwlief hun kind al kreunend op deze wereld perste?

Mmm, ik had mijn lief ook graag met verstomming willen slaan. Maar dat respect zal ik dus willensnillens op een andere manier moeten zien te verdienen.