dinsdag 28 juni 2011

Dingske?

Het voorbije jaar zijn er in Vlaanderen 132 kinderen geboren met deze naam. Honderd-twee-en-dertig! De zoekmachine van Kind en Gezin ontneemt me meteen alle illusies. De voornaam die we voor ons kind in gedachten hebben, is- hoe uniek we ‘m zelf ook vinden (of beter: vonden)- totaal niet origineel. Emma, Fien, Julie, Marie en Lore voor een meisje of Lucas, Alexander, Milan, Liam en Lars voor een jongen zijn dat nog veel minder. Maar onze voorkeur komt qua populariteit toch al verraderlijk dicht in de buurt van deze toppers.

Wat nu? Hoor ik u denken.Wel, volgens mij en mijn brein zijn er ruwweg twee mogelijkheden. Of we gokken dat er in de crèche en later in de school van ons nageslacht geen kinderen met dezelfde roepnaam terechtkomen. En dat er bovendien geen enkel bevriend koppel het nog maar in het hoofd haalt hun boreling zo te noemen. Of we nemen het lot in eigen handen en bedenken snel iets nieuws. Iets beters misschien. Maar wat dan? Ik heb een hekel aan Franse namen, verafschuw Vlaamse benoemingen en ben ook al niet te vinden voor Amerikaanse uitvindsels. Een Baptiste, Soetkin of Britney zal het dus niet worden. Ook bij pas bevallen BV’s en internationale celebrity’s valt er teleurstellend weinig te rapen. Vernoemingen naar fruit (Peaches), champagne (Piper), spijkerbroeken (Denim) of godbetert opa’s (Achiel), ik mag er niet aan denken. En ook een dubbelde naam (Diva Muffin) of een juniorversie van mijn lief (Frans Bauer Junior) zie ik hoegenaamd niet zitten.

Eigenlijk gaat het precies zoals bij het kiezen van een man: het is altijd makkelijker om te uit te leggen wat je niet wil dan wat je wel wil. Ik vrees dus dat het lezen, luisteren, schrijven, schrappen en twijfelen wordt tot aan de geboorte. En voor het zover is, houden we ‘t dan maar bij de fantasieloze werktitel van onze baby: dingske. Al wil ik liever niet weten hoeveel gelijknamige projectjes er op dit moment vorm krijgen.

zondag 19 juni 2011

Babymoon

Bij mij is elk excuus goed om op reis te gaan. Daar durf ik zelfs een doorzichtige verkoopstruc voor overnemen. “Schaaaaaaaaat! Wij moeten nog op babymoon!” “Euh? Op wat?” “Op babymoon! Koppels die getrouwd zijn, gaan op honeymoon. Koppels die een kind gemaakt hebben, gaan op babymoon. Zo simpel is het. Om de zwangerschap te vieren en nog even volop van elkaar te genieten voor hun leven onomkeerbaar verandert. Dussssss…” “Ja, liefje, geen probleem. Boek maar iets.” Ha, heerlijk zo’n man die maar half luistert. Diezelfde dag nog reserveer ik vliegtuigtickets en een hotel. Rome, here we come!

Al is het ondertussen Rome, there we went. Een geslaagd snoepreisje was het. Gevuld met véél romantiek, urenlange wandelingen, monumentale bouwwerken, spectaculaire uitzichten, pasta en pizza op indrukwekkende pleinen en ijs tot het onze oren uitkwam. Maar we hebben ook waanzinnig veel gepraat. Soms waren het hele banale gesprekken, soms hele boeiende en soms ook hele lastige. Alsof ik met deze trip een bepaalde periode wilde evalueren en afsluiten, zodat we met een propere lei aan een nieuwe konden beginnen. Mijn lief vond het maar niks, dat eindeloze gekwek, al die moeilijke vragen. Hij had er geen energie meer voor na al die kilometers, zei hij. (yeah right, voor vrolijk gefriemel in bed was hij anders nooit te moe!)

En toch ben ik blij dat ik hier en daar wat aangedrongen heb en dat er af en toe wat heftige discussies gevoerd zijn op onze fameuze babymoon. Want ik weet nu meer dan ooit dat het goed zit tussen ons. Dat ik onverdeeld blij ben met wat er is en met wat er nog gaat komen. En ik ben er zeker van dat deze trip hem ook gelouterd heeft. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar ik zie het aan de sprankeling in zijn ogen. En ik voel het aan de manier waarop hij me vastpakt. He’s my man, I’m his woman and there comes our baby.

zondag 12 juni 2011

Nestdrang

Keurig opgeruimde kasten, een vaas op tafel met verse tulpen en een symmetrisch gesnoeid tuintje. Ach, beetje perfectionistisch, licht autistisch misschien. Maar verder niks aan de hand. Wrong! Want daar blijft het helaas niet bij. Mijn lief moet te pas en te onpas zijn voeten vegen of ik hol als een bezetene achter hem aan om het weinige stof dat ie verplaatst heeft, onmiddellijk achter hem op te zuigen. Ik durf de laatste tijd ook al eens een cake te bakken. Met véél chocolade. En ik geniet ervan om de was te doen en die daarna in de tuin op het droogrekje te hangen. Komaan! Need- I- say- more? Ik heb het zitten. Nestdrang. Nu al.

Het begon nochtans allemaal vrij onschuldig. Met de aankoop van een nieuwe poef om precies te zijn. Omdat ie zo mooi zou passen in onze living, was de officiële reden. Maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het ondertussen vooral een perfect accessoire is voor de couch potatoes die mijn lief en ik geworden zijn. Vroeger, toen ik nog een lege buik had, gingen we op vrije avonden uit eten, op café, naar feestjes,… (Ik meen mij te herinneren dat zoiets een ‘sociaal leven’ wordt genoemd.) Maar tegenwoordig zitten we samen voor de buis. Zo hebben we bijvoorbeeld geen enkele aflevering van Idool gemist. I do not kid you. Verder een glaasje wijn voor mijn lief, een beker thee voor ondergetekende en een poef dus voor onze vier benen. Meer hebben wij écht niet nodig om het weekend in te zetten.

En weet je wat het ergste is? Het deert me niet. Voor geen meter. Ik word er zelfs genant gelukkig van. Laat mij maar rustig de huisvrouw spelen. Laat mij dat nestje van ons maar gezellig inrichten en alles tot in de puntjes organiseren. Ik heb in het verleden meer dan genoeg het egoïstische feestbeest uitgehangen en ik zal het later ongetwijfeld opnieuw doen. Al moet ik tegen dan wel een goeie babysit zien te versieren. De poef voor hem of haar staat klaar alleszins.

zondag 5 juni 2011

Opvang

Je hebt toch al een crèche? Amper drie maanden zwanger was ik en de grote vraag werd mij al gesteld. Nee, tuurlijk had ik nog geen crèche. Mijn baby zit tot nader order totaal onschuldig en nietsvermoedend in mijn buik en ik zou al op zoek moeten naar een plek om hem of haar te dumpen!? Pervers. En dan te weten dat sommige ouders zelfs al een plekje in zo’n kinderdagverblijf reserveren nog voor de conceptie van het kind in kwestie. Nog perverser.

Maar bon, hoe hard je ook tegen het systeem bent, je moet mee. Want na 3 maanden zwangerschapsverlof is het afgelopen met de pret. Tenzij je borstvoedingsverlof bijneemt, of loopbaanonderbreking. Of tenzij je gewoon finaal stopt met werken en fulltime mama wordt. Alle respect voor vrouwen die dat soort keuzes maken, maar ik vermoed dat ik er na 3 maanden naar zal snakken om mij weer te smijten. Ik wil sowieso nog een leven naast het moederschap. Zeker omdat ik mijn job zo ongelooflijk graag doe en zo’n fijn sociaal leven heb. Oké, ik zal hier en daar wat moeten skippen en ik zal nog meer prioriteiten moeten stellen, maar ik wil mijn bezigheden in geen geval volledig opgeven. Dus ja, daar stelt het probleem zich al. Dan moet je baby af en toe ergens anders terecht kunnen. Bij mijn ouders? Zeer zeker, maar niet de hele tijd. Die mensen werken nog en willen daarnaast ook wat vrije tijd behouden. Bij zijn ouders of mijn grootouders? Uiteraard, maar niet de hele tijd. Die mensen werken niet meer, maar hebben wel nog hun hobby’s. En ik wil ze op hun leeftijd bovendien niet onnodig belasten.

Conclusie (ja, je voelt ‘m al aankomen): zo’n crèche zou inderdaad toch wel bijzonder gemakkelijk zijn. Ik tik het woord in combinatie met onze woonplaats in op Google, begin wat rond te bellen, maak een paar afspraken om ter plaatse te gaan kijken… En hupla, nog geen week later is het al gefixt. Ik heb opvang gevonden. Geweldige mensen, geweldige service én dat allemaal als het ware achter mijn hoek. Stress voor niks dus? Of gewoon nét op tijd danzij die ene, in eerste instantie irritante vraag?