Bestaat er nog een overtreffende trap van de overtreffende trap van trots? Trotst volstaat namelijk niet om te beschrijven hoe waanzinnig fier zijn grootouders, overgrootouders, meter, peter en suikertantes op mijn kleine ventje zijn. Ook omgekeerd is het moeilijk om de enorme appreciatie die ik voel voor hen treffend neer te pennen. Ze overspoelen kleine Finn met liefde, fotograferen het ventje als is ie een Hollywoodvedette en missen het kind hartstochtelijk zodra het uit het zicht is. Ik heb er dan ook hoegenaamd geen probleem mee om hem, zodra zij in de buurt zijn, ‘af te staan’. Ze mogen ‘m vastpakken, platknuffelen, eten geven, verversen,… Hoe meer, hoe liever. Hoe vaker, hoe beter. Totaal geen problemen mee. Bij ons is hij veilig.
Heel anders is het als mensen die ik niet ken, mijn kleine man willen claimen. Een iets te nieuwsgierige blik in de kinderwagen, een te snelle aai over zijn mini-wangetjes,… Bah, daar gruw ik echt van. Ik durf dan ook nog niet te denken aan de dag waarop mijn zoon naar de crèche moet. Of naar school godbetert. Weggerukt uit zijn veilige cocon, gedropt in een omgeving vol vreemde mensen. Mensen die ik niet in de gaten kan houden en die hem onmogelijk even graag kunnen zien als wij…
Ach, ik overdrijf hier nu lichtjes, maar ik geniet gewoon zo hard van mijn zwangerschapsverlof en dus van de vele tijd die ik nu heb voor mijn geliefden, dat de buitenwereld plots wel heel erg boos lijkt. Boos, bozer, boost. En daar dan nog de overtreffende trap van uiteraard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten